Column Lianne: een puberteit zonder social media was genieten

Mijn neefje van 12 heeft Instagram. Dat schijnt helemaal normaal te zijn. Deze bijna-pubers
kunnen nog geen tosti bakken, maar weten wel hoe ze zichzelf moeten profileren op social media.
Met uitzondering van Shane Kluivert dan – die kan allebei.

Toen ik twaalf was, kreeg ik een Swing. Mensen die voor de jaren negentig zijn geboren (ja, ze
bestaan nog) weten waar ik het over heb. Dat was een telefoon met uitschuifbare antenne en
woeste rubberen rand, waarmee je kon bellen met Hi. Hi was een provider, onderdeel van KPN en
speciaal voor de coole kids. Cool was een woord dat we toen gebruikten voor… nou goed. Zo blijf
ik bezig. Ik had in elk geval geen smartphone, laat staan Instagram. Dat bestond toen nog
helemaal niet. En daar ben ik de digitale goden zeer dankbaar voor.

In mijn puberteit was ik mager, bleek en mega onzeker. Toen de knappe koppies werden
uitgedeeld, stond ik achteraan de rij. (Diezelfde pech had ik met borsten.) Ik moest het van mijn
twaalfde tot mijn zestiende zeker niet hebben van mijn looks en voelde daarom ook geen enkele
behoefte om mezelf continu op camera vast te leggen. Daarbij: een Swing had niet eens een
camera. Oke, voor MSN had ik een foto nodig, maar die maakte ik met een korrelige webcam. En
dan geen gelul met filters, je mocht al blij zijn als je computer sepia kende.

In die tijd verbaasde ik me regelmatig over de outfits van de populaire meisjes. Droegen zij een
geruite Cars tuinbroek, dan leek het alsof ze rechtstreeks waren weggelopen uit de nieuwe clip
van Britney. Trok ik zo’n pak aan, dan was het toch meer een gevalletje ‘het lelijke nichtje van Plien
en Bianca’. Heerlijk vond ik het daarom om na schooltijd thuis te komen en niet meer bezig te zijn
met de populariteitsjungle die zich onze aula noemde. Een beetje huiswerk, een beetje MSN en ’s
avonds eindeloos bellen met een vriendinnetje. Met de vaste lijn, ja. Ik hoor m’n vader nog
schreeuwen.

Als ik in mijn puberteit Instagram had gehad, waarop ik de godganse dag kon zien wat alle
populaire, knappe, leuke meisjes mét borsten aan het doen waren, had ik voor mijn 17e in een
depressie gezeten. Ik werd namelijk al onzeker als iemand een MSN-naam had met van die
bijzondere tekens die ik nergens kon vinden. Chinees toetsenbord, Hebreeuws, you name it, ik
kwam niet verder dan ‘*’*. En dan Lianne met een 3 natuurlijk.

De middelbare school was voor mij een kwestie van woordjes stampen, cola drinken, chips vreten
en wachten tot het overging. Maar als ik ook nog naar de zogenaamd waanzinnige levens van m’n
mede-pubers had moeten kijken, was ’t lachen me snel vergaan. Laat staan als ik mezelf daarbij
met filters had moeten transformeren naar het knapste meisje van V3B. Daar hadden al die ‘hoe
overleef ik…’-boeken niet tegenop kunnen werken.

Met weemoed denk ik terug aan tijden zonder smartphone, social media en filters. De hele dag
met iedereen in contact staan, vind ik namelijk dodelijk vermoeiend. Mocht je nou rond de vijftien
zijn en dit eigenlijk ook vinden: kap er lekker mee. En gaat dat niet, omdat je er dan niet meer
bijhoort, troost je dan met de gedachte dat real life contact weer helemaal hip wordt. Gezellig met
mensen samen zijn zonder je smartphone. Gewoon een beetje hangen, chips vreten, cola drinken
en wachten tot het overgaat. Dat waren nog eens tijden, een leven zonder borsten en populaire
mensen op Instagram.

– Als je toch hier bent, breng even je stem uit! –

Lees ook de andere column van Lianne: ‘Laten we niet doen alsof we elkaar voor de gek houden online’

Mobiele versie afsluiten