De Nederlandse taal kent een hoop verschillende woorden, maar voor sommige Nederlanders kunnen het er nooit genoeg zijn. Er worden namelijk regelmatig wat nieuwe pareltjes aan het vocabulaire toegevoegd. Zo gaat tante Nel effe lekker een ‘hutsefluts‘ halen in de supermarkt, maar niet voordat ze een ‘zekerheidsplasje’ heeft gedaan. En als er gekruimeld wordt in huis, dan pakt ze gewoon even de ‘lellebel’. Als je denkt dat deze termen al te gek voor woorden zijn, bereid je dan maar voor op een nóg uitgebreider woordenboek.
1. Sommige woorden zijn in ieder geval prikkelend voor meerdere zintuigen.
2. Veel mensen hebben al die tijd een bord voor de kop gehad.
3. Ze keken erg zuur toen ze erachter kwamen dat dit niet klopte.
4. “Vuile nakketikker!” klinkt eigenlijk best lekker.
5. Zulke woorden kun je in ieder geval erg vaak gebruiken in Nederland.
6. Voor als je je gevoel niet goed onder woorden kunt brengen.
7. Tja, het deeg moet toch echt getjoempt worden.
8. Dit moet je misschien maar niet overal roepen.
9. Oké, dit is de druppel.
10. Dan duren die drie minuten zoeken naar je sleutels opeens heel erg lang.
11. Van al deze woorden zou je bijna gaan binkebonken.
Over leuke content gesproken, volg je ons al op Instagram?